“Als we wisten wat we deden, heette het geen onderzoek.” – Albert Einstein

Vanaf de beginfase zijn diverse onderzoekers en wetenschappers betrokken geweest bij de ontwikkeling van Agora. Deze ontwikkeling heeft zich gestaag voortgezet middels samenwerkingen met diverse universiteiten en hogescholen. Naast onderwijskundige aspecten als neurologie, psychologie, pedagogiek en onderwijskunde verdiepen we ons ook in technologie (van het leren), filosofie/ethiek, kunst en transitiekunde.

Vanaf de ontwerpfase van Agora, van september 2013 tot juli 2014, is de Open Universiteit (OU) in Heerlen betrokken geweest bij de wetenschappelijke ondersteuning van Agora. Vanaf de start heeft prof. dr. Jos Claessen, hoogleraar Pedagogiek, wekelijks de ontwikkelingen van Agora gevolgd. Dit gebeurt tot op de dag van vandaag. De komende jaren zal hij zijn onderzoek voortzetten. Het huidige onderzoek heeft geresulteerd in zes wetenschappelijke publicaties:

“De tegels van Agora”, 2016 (OU, Welten-instituut)

“Agora en de eerste horden”, 2019 (OU, Welten-instituut)

“Schoolfactoren en leraarsbekwaamheden in vernieuwingsscholen”, 2020 (OU, NRO)

“Agora en de uitdaging van het eindexamen”, 2021 (OU, Educatieve Agenda provincie Limburg)

“Katern 1: Voorstudie. Agora en loopbaanontwikkeling en -begeleiding (LOB): Regelgeving en praktijk in het voortgezet onderwijs.” 2020 (OU, OCenW-project Regionale Samenwerking mbo-hbo en vo-ho)

“Katern 2: Agora 2019-2020. Lob op Agora en de loopbaankeuzes van havo- en vwo-leerlingen”, 2021 (OU, OCenW-project Regionale Samenwerking mbo-hbo en vo-ho)

“Katern 3: Over de drempel. 2020-2021: het jaar na het eindexamen op Agora”, 2022 (OU, OCenW-project Regionale Samenwerking mbo-hbo en vo-ho)

 

In het realiseren van onze pedagogische en didactische opdracht laten we ons ondersteunen en inspireren door een aantal theorieën. Enkele daarvan zijn:

  • De zelfbeschikkingstheorie van Deci & Ryan.
  • Het model van zelfregulerend leren van Huh & Reigeluth.
  • Creatief proces in vier fasen van SLO. Creativiteit betekent hier een set aan hersenactiviteiten waar leerlingen mee aan de slag gaan tijdens hun verblijf op Agora. Het gaat hier dan om: kaderen, waarnemen, focussen, verbeelden, divergeren, convergeren, experimenteren, presenteren en probleem oplossen.
  • Learner Centered Psychological Principles van APA (Barbara McCombs), waarbij aandacht is voor meer dan alleen het cognitieve en metacognitieve aspect van de leerling.
  • Theory van Implementation intentions van Peter M. Gollwitzer, om leerlingen met digitale kaartjes bij hun intenties te ondersteunen. Iets willen en vervolgens ook doen zijn twee verschillende dingen.
  • De taxonomie van Robert J. Marzano. Deze helpt in het observeren van een kind en het stellen van de juiste vragen aan hem of haar. Onder andere om de aspecten die hierboven genoemd zijn (bij ‘creativiteit’) naar een hoger niveau te tillen.

Bij al deze theorieën is de coach de belangrijkste persoon. Zonder zijn gezag en ondersteuning verdwaalt de leerling.

Daarnaast fungeert prof. dr. Harold Bekkering, hoogleraar Neuropsychologie aan de Radboud Universiteit, als wetenschappelijk adviseur voor de Agora-scholen op het gebied van leerstrategieën, psychologie en neurologie.

Albert Einstein

Technology Enhanced Learning Innovations

Door de technologische ontwikkelingen zijn de kansen voor leren en zelfsturing voor kinderen enorm toegenomen. ICT maakt veel mogelijk. Deze ontwikkelingen volgen we op de voet. Het Welten-instituut van de Open Universiteit kent een leerstoel Technology Enhanced Learning Innovations (TELI). Binnen deze leerstoel wordt onderzocht hoe technologie het leren kan verbeteren en ondersteunen. Agora gebruikt de kennis van TELI al vanaf de ontwerpfase.

Agora-medewerker Guido van Dijk doet op dit moment onderzoek naar “Learner centred education ondersteund door agile methodes” en naar “transitiemanagement binnen vernieuwingsscholen”. De uitkomsten van die onderzoeken worden gebruikt om Agora verder te ontwikkelen.

Afbeelding van robot2

Hieronder treft u verdiepende informatie aan

Op onderwijskundig gebied zijn de inzichten van de Motivation Theory van Edward L. Deci en Richard M. Ryan en de drie doeldomeinen van het onderwijs van Gert Biesta voor ons een leidraad. Volgens Deci en Ryan delen alle mensen drie aangeboren psychologische basisbehoeften, te onderscheiden van hun fysiologische behoeften:

De Motivation Theory

Volgens Deci en Ryan delen alle mensen drie aangeboren psychologische basisbehoeften, te onderscheiden van de fysiologische behoeften.

Autonomie
Het kind heeft de vrijheid om een activiteit naar eigen inzicht te kiezen en uitvoeren en heeft zelf de regie over wat hij of zij doet.

Gevoel van competentie
Het vertrouwen dat het kind heeft in zijn of haar eigen kunnen.

Relatie, sociale verbondenheid
Het verlangen naar interactie, verbinding en de ervaring om voor anderen te zorgen. Het is belangrijk dat de leeromgeving veilig voelt en ruimte geeft om vragen te stellen en fouten te maken.

Afbeelding van pion4
Deci, E.L., & Ryan, R.M. (1985) Intrinsic motivation and self-determination in human behavior. New York: Plenum.
Ryan, R.M., & Deci, E.L. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American Psychologist, 55, 68-78.
Verbeeck, K. (2010). Op eigen vleugels. Autonomie voor kinderen in het basisonderwijs. ’s-Hertogenbosch: KPC Groep in opdracht van het ministerie van OCW.

Gert Biesta (2014) en de Onderwijsraad (2016) spreken over drie doeldomeinen waaraan onderwijs aandacht dient te besteden:

Afbeelding van gert1

Drie doeldomeinen


Kwalificatie
Waarin het gaat over het eigen maken van kennis en vaardigheden. Biesta ontkent het belang van kwalificatie in het onderwijs niet. Wel signaleert hij dat de laatste tijd een eenzijdige focus is ontstaan op kwalificatie, die ten koste gaat van de twee andere dimensies.

Socialisatie
Waarin jongeren worden voorbereid op een leven als lid van een gemeenschap en waarin kennismaking met tradities en praktijken plaatsvindt.

Subjectivering
Waarin de vorming van de persoon centraal staat. Biesta legt in zijn theorie over subjectivering de nadruk op volwassenheid. Biesta beschouwt deze als een voortdurende opgave. De opdracht van het onderwijs en opvoeding is kinderen te helpen die opgave allereerst te ‘zien’ en er vervolgens mee aan de slag te gaan.

 

Biesta, G.J.J. (2012). Goed onderwijs en de cultuur van het meten. Den Haag : Boom/Lemma.

Prof. dr. ir. Jan Rotmans is hoogleraar aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Rotmans heeft meer dan 200 publicaties (waarvan 20 boeken) op zijn naam staan over klimaatverandering, klimaatmodellen en duurzame veranderingen.

Rotmans geeft ons inzicht in de transitie naar een andere wereld, waarbij oude paradigma’s niet meer gelden. Het onderwijs is één van de pijlers waarin de transitie naar anders denken en handelen noodzakelijk is.

Filosofie/ethiek raakt aan de zinvolheid van al ons handelen (leren) en kunst ondersteunt de verbeeldingskracht, die de brandstof is van de nieuwsgierigheid (de motor van alle leren).

In een constante dialoog met wetenschappelijke instituten scherpen we onze Agoriaanse leerbenadering. Daardoor zal de weg naar het beste onderwijs altijd een zoektocht blijven. De vereniging Agora Onderwijs is een blijvend lerende organisatie.